“Als regiojournalist stuit je vaak als eerste op nieuws”
Het verhaal van verslaggever Lars
In zijn werk als journalist van de Gelderlander is Lars Barendregt een echte nieuwsjager. Hij doet verslag van de meest uiteenlopende onderwerpen in de regio, van de Arnhemse gemeenteraad tot ontsnapte beesten, en krijgt energie van primeurs. “Het geeft veel voldoening om de snelste te zijn.”
De omstreden ‘homogenezingstherapie’ op de Veluwe, de fatale flatbrand in Arnhem, de wereld achter de schuldhulpverlening. Een moord. De overname van voetbalclub Vitesse, een internationaal sporttoernooi in GelreDome, het afvalbeleid van de gemeente Arnhem. Een ontsnapte serval en overlast door de tijgermug. Voor Lars Barendregt (30) liggen de onderwerpen al jaren voor het oprapen, van groot en belangrijk tot klein en lichtvoetig. Die voortdurende variatie is wat de regiojournalistiek voor hem zo avontuurlijk en daarmee aantrekkelijk maakt.
Bekijk de video en lees hieronder over zijn werk als journalist.
Journalist Lars Barendregt brengt nieuws uit de regio
1. Hoe belangrijk is snelheid in de regiojournalistiek?
“Snelheid is enorm belangrijk. Dat zou je als vermoeiend kunnen ervaren, maar mij geeft het juist veel energie. Als ik eerder ben met het brengen van nieuws dan de andere media in onze regio, haal ik daar veel voldoening uit. Maar hoe groot het belang van snelheid ook is, het draait in de eerste plaats om zorgvuldigheid. Nieuws moet kloppen en betrokkenen moeten de kans krijgen om te reageren.”
2. Op welke manier bewaak je die zorgvuldigheid?
“Onder meer door het principe van hoor en wederhoor altijd toe te passen. Dat mag je absoluut niet vergeten in alle haast die er weleens bij komt kijken als je druk bezig bent met een onderwerp. Soms ben je afhankelijk van bepaalde bronnen die niet meteen reageren en blijft een verhaal langer liggen dan je zou willen. Je moet bijvoorbeeld wachten op reacties van woordvoerders, met wie we vaak te maken hebben. Dan wordt er een beroep gedaan op je geduld en dat maakt het weleens lastig.”
Tekst gaat verder onder de afbeelding
3. Heb je vaak primeurs in de regio?
“Als regiojournalist stuit je vaak als eerste op nieuws. Je kunt unieke verhalen maken, want in de regio sta je doorgaans niet met nog zeven andere verslaggevers bij een gebeurtenis, zoals je in de landelijke journalistiek wel ziet. Dat is het mooie aan de regionale journalistiek. Soms rijd of loop je door de stad en zie je iets opvallends. Daar kun je dan een verhaal over maken dat vervolgens nog diezelfde dag of een dag later op de website of in de krant verschijnt. Zo snel kan het gaan in de regio.”
4. Is elke dag anders voor jou?
“Wat de variatie aan onderwerpen betreft zeker. De ene dag interview je een wethouder in Arnhem, de andere dag een volkszanger, om maar eens twee uitersten te noemen. Wel beginnen de meeste dagen op dezelfde manier: met de ochtendvergadering. Daarin bespreken we met alle collega’s van de redactie welke onderwerpen we vandaag zeker moeten oppakken. Je kunt zelf ook onderwerpen inbrengen. Vervolgens vliegt iedereen uit en slaat druk aan het bellen of gaat op pad. In de loop van de middag en avond komen de verhalen die in de ochtendvergadering zijn besproken één voor één binnen op de redactie, dat is elke keer weer mooi om te zien.”
“Ik laat mijn verhaal altijd eerst nog tegenlezen door een collega, daarna stuur ik het naar de eindredactie. Veel artikelen verschijnen onmiddellijk online, maar we proberen ook te spreiden, zodat niet alles tegelijk verschijnt op de site en elk artikel de aandacht krijgt die het verdient. De snelle nieuwsverhalen komen uiteraard wel met bloedspoed online, daar kun je niet een halve of hele dag mee wachten.”
5. Hoe werk je op locatie?
“Bij een grote nieuwsgebeurtenis, zoals een brand, bel ik ter plaatse mijn informatie door aan de online redactie. Via mijn telefoon kan ik het bericht ook zelf updaten en zaken toevoegen. Bij een belangrijke persconferentie maak ik weleens een liveblog, waarin je van minuut tot minuut beschrijft wat er wordt gezegd. Dan zit je te luisteren en te schrijven tegelijk. Dat kan behoorlijk veeleisend zijn, maar ik vind het op dat moment vooral leuk om er middenin te zitten en er meteen mee aan de slag te kunnen.”
Tekst gaat verder onder de afbeelding
Wie is Lars Barendregt?
Lars Barendregt (30) studeerde Communicatie- en Informatiewetenschappen aan de Radboud Universiteit in Nijmegen met Duits als extra taal erbij. Aansluitend aan deze bachelor-opleiding volgde hij de master Journalistiek aan de Rijksuniversiteit Groningen. Naast zijn opleiding werkte hij ruim drie jaar lang als freelance verslaggever voor de sportredactie van dagblad de Stentor in de regio Veluwe, waar hij elk weekend langs de sportvelden te vinden was. Ook liep hij stage als verslaggever op de redactie Arnhem en omgeving van dagblad de Gelderlander.
Na zijn stage bleef hij freelancen voor de Gelderlander totdat hij in 2017 in dienst kon komen via een zogenoemde werkervaringsplek. Na een kleine twee jaar te hebben gewerkt op de online redactie, ging hij als algemeen verslaggever aan de slag bij de nieuwsdienst van de Gelderlander. In januari 2022 keerde hij terug op de Arnhemse redactie, waarvoor hij sindsdien onder meer de gemeenteraad van Arnhem volgt en schrijft over alles wat te maken heeft met de stad.
6. Sinds een jaar volg je ook de gemeenteraad van Arnhem voor de Gelderlander. Is dat compleet anders werken?
“Het bijwonen van een gemeenteraadsvergadering was nieuw voor mij, terwijl ik toch al een tijdje meeloop bij de krant. Je krijgt te maken met een interessant spanningsveld. Alle partijen proberen hun eigen standpunten voor het voetlicht te brengen en jij moet bepalen: wat breng ik niet, wat breng ik wel en hoe breng ik het? Je wilt aan de ene kant goede contacten opbouwen en aan de andere kant ook afstand bewaren om kritische stukken te kunnen schrijven als dat nodig is.”
7. Vind je politiek niet saai in vergelijking met andere onderwerpen waar je over schrijft?
“Integendeel, het is ontzettend breed. De ene week gaat het in de gemeenteraad over de schouwburg en over een ontsluitingsweg, de andere week over afvalbeleid en drugsgebruik op scholen. Politiek klinkt misschien als een saai onderwerp, maar Arnhem is juist een erg interessante stad. Sinds de laatste gemeenteraadsverkiezingen zit er een behoorlijk links college en zijn er grote veranderingen gaande. Dat zijn stuk voor stuk veranderingen waar de mensen die in de stad wonen rechtstreeks mee te maken hebben of krijgen. Het is boeiend om van dichtbij te zien hoe die grote beslissingen tot stand komen en over zaken te schrijven die een groot maatschappelijk belang hebben in deze regio.”
8. Wat zijn jouw drijfveren als journalist?
“Ik merk dat ik het leuk vind om de waarheid boven tafel te krijgen. Verder houd ik van de veelzijdigheid van mijn werk; ik kom heel veel verschillende mensen tegen in de regio. En ik heb veel vrijheid.”
9. Hoe beleef jij je vak?
“Als spannend, creatief en zinvol. Spannend, omdat je van tevoren nooit precies weet wat je gaat aantreffen en wie je gaat spreken. Het is ook spannend op een andere manier: je gaat weleens bij mensen langs van wie je weet dat ze liever niet hebben dat je langskomt. Zinvol, omdat ik het als een belangrijke taak van de media zie om de lokale politiek te controleren. En creatief, omdat je zelf voor honderd procent kunt bepalen hoe je verhaal eruit gaat zien. In het schrijven kun je zoveel van je creativiteit kwijt.”
10. Had je ooit gedacht dat je journalist zou worden?
“Ik vond schrijven altijd al leuk en journalistiek vond ik interessant, maar ik wist niet zo goed of dat iets voor mij was. Ik wilde het breder houden en ben Communicatie- en Informatiewetenschappen gaan studeren in Nijmegen. Later heb ik ook de master Journalistiek gedaan in Groningen, een zeer praktijkgerichte opleiding die ik iedereen kan aanbevelen. Tijdens mijn studie ging ik aan de slag als freelance sportverslaggever voor de Stentor. Daar ontdekte ik dat ik het toch wel erg leuk vond: op pad gaan naar een wedstrijd, van tevoren nog niet weten waarmee je terugkomt, ter plaatse mensen spreken en ’s avonds op de website en de volgende ochtend in de krant je artikel zien staan. Hoeveel verhalen je ook schrijft, dat is en blijft een bijzonder gevoel.”
11. Hoe blijf jij jezelf ontwikkelen als regiojournalist?
“Ik volg cursussen die via DPG Media worden aangeboden en ik lees veel artikelen van andere journalisten. Hoe pakken zij een verhaal aan, hoe beginnen ze, hoe zit het in elkaar? Daar probeer ik elk weekend tijd voor vrij te maken. Ik steek er altijd weer iets van op. In de toekomst zou ik graag meer en grotere onderzoeksverhalen willen schrijven, zodat ik nog dieper in zaken kan duiken. Op dat vlak zou ik me op termijn nog verder willen ontwikkelen.”
Werken bij DPG Media