Kunnen inleven in een ander, is onze journalistieke plicht in de samenleving
Het verhaal van verslaggever Iffet
Mensen een stem geven door oog te hebben voor alle groeperingen in de samenleving, ook de meest kwetsbare: dat is mede waarom Iffet Subaşı voor de regiojournalistiek heeft gekozen. Als verslaggever van AD Rotterdams Dagblad schrijft ze veel over politiek, maar ook over armoede, een veelvoorkomend en ingrijpend probleem in haar stad. “Ik wil ervoor zorgen dat mensen binding houden met de samenleving.”
Iffet Subaşı (33) schuwt de moeilijke onderwerpen niet. Sinds 2020 is ze stadsverslaggever voor AD Rotterdams Dagblad met specialisatie Rotterdam-Zuid en sinds 2022 is ze ook politiek verslaggever in Rotterdam. Toen armoede een steeds groter maatschappelijk probleem werd vanwege de uit de pan rijzende prijzen voor levensonderhoud en energie, pakte ze dat onderwerp met overtuiging op. Voor haar krant sprak ze met veel mensen voor wie een leven in armoede de dagelijkse realiteit is. Niet eenvoudig, omdat menigeen zich hiervoor schaamt en er niet zo makkelijk over praat. Dat maakt haar werk soms ook spannend. Toch ziet ze het als een belangrijke taak van de regiojournalistiek om dergelijke maatschappelijke problemen in de stad op de kaart te zetten.
Bekijk in de video hoe journalist Iffet op zoek gaat naar verhalen van Rotterdammers en lees hieronder over haar werk als journalist.
Iffet in Rotterdam
Iffet schrijft voor het AD over alles in en rondom Rotterdam. Politiek, schuldsanering en armoede zijn thema's waar ze zich over buigt. In deze video vertelt ze over haar drijfveren, het contact met stadsgenoten en de heftige dingen die ze soms ziet.1. Waar haal jij je voldoening uit in de regiojournalistiek?
“Om te beginnen de dagelijkse variatie: ’s ochtends opstaan en nog niet weten wat er die dag op je pad zal komen. De ene dag luister ik op het stadhuis naar een verhit debat in de gemeenteraad, de andere dag schrijf ik over een moord of schietpartij en spreek ik met nabestaanden. Het is zo veelzijdig. Wat mij ook veel voldoening geeft, is dat ik duiding mag geven aan het nieuws uit de stad. Je bent eigenlijk een soort dienstverlener, omdat je mensen van informatie voorziet waardoor ze op de hoogte blijven van het nieuws en zich er een mening over kunnen vormen. Zo zorg je ervoor dat lezers binding houden met de samenleving.”
2. Heb je als regiojournalist ook binding met de samenleving?
“Heel erg en dat vind ik juist zo mooi aan dit vak. Ik was voor de krant in een buurthuis om te luisteren naar de verhalen van moeders over armoede. Moeders die al heel lang met kapotte schoenen rondlopen, omdat ze liever hebben dat hun kind goede schoenen kan dragen naar school. Moeders van kinderen die zonder eten naar school moeten omdat er thuis geen geld is voor ontbijt. Moeders die met elkaar delen waar de zonnebloemolie en het wc-papier het goedkoopst zijn, of beter: het minst duur. Moeders die de energierekening niet meer kunnen betalen. Dat doet pijn, maar deze verhalen móét je opschrijven. Er zijn heel veel andere mensen die ze lezen, zich erin herkennen en zien: ik ben niet alleen, er zijn nog veel meer moeders die met deze problemen kampen. Daar is de journalistiek óók voor.”
Tekst gaat verder onder de afbeelding
3. Is het daarom ook belangrijk om over een ingrijpend onderwerp als armoede te schrijven?
“Ja, ook omdat dit ervoor zorgt dat zo’n onderwerp bespreekbaar wordt. Veel mensen schamen zich ervoor. Alle journalistieke verhalen over de toeslagenaffaire hebben ertoe geleid dat men er nu eerder over durft te praten. Een vrouw zei mij letterlijk: zonder de toeslagenaffaire hadden wij jou onze verhalen niet verteld, maar het is nu zo bespreekbaar gemaakt dat we ons er niet meer voor hoeven te schamen om te vertellen dat we zonder geld zitten en dat het elke dag overleven is.”
4. Is het lastig om mensen aan het spreken te krijgen over armoede?
“Het is niet eenvoudig. Mensen willen er tegenwoordig wel over praten tegen de krant, maar vragen vaak of ze anoniem kunnen blijven of alleen met gebruik van hun voornaam. Vaak komt dat voort uit bescherming van zichzelf en hun gezin: ze zijn bang voor de reacties en willen niet dat hun kinderen erop worden aangesproken. Als journalist wil je het liefst iedereen met naam en toenaam in de krant. Toch stem ik er soms mee in bij dit soort gevoelige onderwerpen. Niet anoniem weliswaar, op zijn minst wel altijd met vermelding van de voornaam. Omdat we het verhaal anders helemaal niet kunnen vertellen.”
5. Is armoede een groter probleem in Rotterdam dan in andere regio’s?
“Rotterdam is een van de regio’s in Nederland met de hoogste armoedecijfers: bijna één op de vijf mensen leeft hier onder de armoedegrens. Ook daarom is het zo belangrijk voor ons als regionale krant om dit onderwerp op te pakken.”
Tekst gaat verder onder de afbeelding
Wie is Iffet Subaşı?
Iffet Subaşı(33) volgde niet de gebruikelijke weg om in de journalistiek terecht te komen. Al op 17-jarige leeftijd begon ze met het maken van een radioprogramma voor een zender voor Turkse Nederlanders. Ook kwam ze in contact met Ömer Hünkar Ilik van Rotterdam TV, waar ze vervolgens drie jaar aan de slag was als presentator, verslaggever en redacteur. Aansluitend werkte ze een jaar voor de Turkse publieke omroep TRT vanuit Nederland. In 2014 startte ze met de opleiding Journalistiek aan de Fontys Hogeschool in Tilburg. Ze was actief als redacteur voor de tv-documentaireseries De Neven van Eus van Özcan Akyol en Moslims Zoals Wij en stapte in 2019 over naar de schrijvende journalistiek, naar dagblad Trouw waar ze werkte op de redacties Binnenland en Religie & Filosofie. Sinds mei 2020 is ze stadsverslaggever voor AD Rotterdams Dagblad met specialisatie Rotterdam-Zuid. Sinds de zomer van 2022 is ze ook politiek verslaggever in Rotterdam.
6. Schrikken dergelijke zware onderwerpen jou niet af?
“Nee, ik pak ze juist met heel veel energie aan. Sommige verhalen wil je liever niet maken, omdat ze zo intens triest en schrijnend zijn. Maar voor een journalist zijn het wel interessante onderwerpen. Dat wringt soms, maar het is nu eenmaal onderdeel van het vak.”
7. Komt jouw Turkse achtergrond weleens van pas?
“Als ik ergens ben waar Turks wordt gesproken, bijvoorbeeld door ouderen, benader ik mensen in het Turks. Het is simpelweg een makkelijkere ingang tot een gesprek. Of ik het idee heb dat men mij dan ook sneller iets wil toevertrouwen? Natuurlijk, het helpt. Ik was eens met een collega op pad naar aanleiding van een aantal schietpartijen waarbij Turkse mensen betrokken waren. We belden aan bij bewoners en mijn collega zei na afloop dat deze mensen zonder mij erbij nooit met ons zouden hebben gesproken. Dit is precies waarom diversiteit in de journalistiek zo nodig is: het stelt je in staat om ook verhalen te maken vanuit en over andere gemeenschappen.”
8. Zie je dat ook als je taak als journalist?
“Ik noem mezelf graag een maatschappelijk verantwoorde journalist. Vaak willen organisaties of gemeenschappen alleen meewerken aan een verhaal als het echt eerlijk wordt opgeschreven, niet om ze in een kwaad daglicht te stellen. Dat vind ik begrijpelijk: we maken samen het nieuws. Laatst schreef ik een stuk over Chinese ouderen die samenkomen om te tafeltennissen en ook dan probeer ik me in te leven en me voor te stellen: als ik zo’n oudere was en ik las dit verhaal, hoe had ik er dan naar gekeken? Als journalist kunnen denken als anderen, dat is ook onze rol in de samenleving.”
9. Ervaar je de regiojournalistiek als een spannend vak?
“Niet elke dag is even spannend, maar ik heb elke week wel een moment dat ik denk: dit is spannend. Dat hoeft niet eens per se te maken te hebben met misdaad, waar ik ook over schrijf. Ik heb onlangs een verhaal gemaakt over taalles voor blinde en slechtziende migranten. Dat vond ik erg spannend, want hoe interview je iemand die blind is? Dat had ik nog nooit gedaan.”
10. Ben je op je plek in de regio?
“Hier heb ik het ontzettend naar mijn zin en voel ik me echt thuis. De landelijke journalistiek staat soms net iets verder van de burger af, vind ik. Ik sta liever midden in de stad tussen de mensen van de stad. Hun persoonlijke verhalen geven mij het meeste plezier en de meeste voldoening. Voor mijn verhaal over taalles voor blinde en slechtziende migranten sprak ik met een man die al twintig jaar in Nederland woont en nooit les heeft gekregen, omdat hij oud en blind is. Hij heeft daardoor nooit contacten kunnen maken en kunnen deelnemen aan de samenleving. Nu leert hij op zijn 88ste alsnog Nederlands. Dat is toch een fantastisch verhaal? Zoiets blijft niet alleen mij bij, maar hopelijk de lezer ook.”
Werken bij DPG Media